De Rol van Cholesterol

Cholesterol is een vetachtige stof die aangemaakt wordt in de lever. In de volksmond wordt over ‘goed’ en ‘slecht’ cholesterol gesproken. Het slechte cholesterol wordt gedemoniseerd, omwille van de mogelijke relatie met hart- en vaatziekten. Bij een te veel van dit slechte cholesterol, is het klassieke voedingsadvies om cholesterolrijke voeding en verzadigd vet te vermijden. 

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat bij populaties die veel cholesterolrijke voeding nuttigen, hart- en vaatziekten niét vaker voorkomen. Graag geef ik meer uitleg over de cholesterolhuishouding in ons lichaam, waardoor u begrijpt hoe dit werkt en rust krijgt wanneer u de diagnose ’te veel cholesterol’ kreeg. 

Onze lever maakt cholesterol. Dit is een goed gereguleerd mechanisme: wanneer er meer cholesterol uit de voeding binnenkomt, zal de lever zelf minder cholesterol aanmaken, en omgekeerd. Rijke bronnen van cholesterol uit voeding zijn eieren, kaas, volvette yoghurt, (orgaan)vlees en garnalen. Wanneer men deze voedingsmiddelen eet, zal dit dus niet zorgen voor meer cholesterol, omdat de lever er dan minder zal aanmaken. 

Na synthese in de lever, komt de cholesterol in de bloedbaan terecht, waar het onmisbaar is voor vele functies:

  • Het is nodig voor de aanmaak van vitamine D.
  • Het zorgt voor zowel de integriteit als de flexibiliteit van onze celmembranen.
  • Het is een bouwstof voor alle steroïdehormonen (enkele bekende zijn onder andere testosteron, cortisol, aldosteron en oestrogeen).
  • Het wordt gebruikt om celschade te repareren.
  • Het kan bacteriën, virussen en toxische stoffen in het bloed neutraliseren.
  • Uit cholesterol worden galzure zouten gemaakt, dit speelt een belangrijke rol in de vetvertering.

Wat betreft de essentiële rol van cholesterol bij de opbouw van het celmembraan, citeer ik een stukje uit het topboek ‘De biologie van de overtuiging’ van Dr. Bruce Lipton: 

“Zonder cholesterol in onze celmembranen, zouden deze niet stevig genoeg zijn om de druk die erop uitgeoefend wordt door het cytoplasma (de inhoud van de cel) te weerstaan. Clusters van cholesterolmoleculen werken als een soort ‘omheining’ zodat cellen kunnen samenwerken om bepaalde celfuncties te regelen. Deze essentiële rollen wijzen erop dat cholesterol niet moet worden beschouwd als een gevreesde boosdoener, maar veeleer als een voetsoldaat die ergens in de hiërarchische structuur zijn plicht doet.”

Stevige maar flexibele celmembranen zorgen voor een correcte informatieverwerking. Celmembranen zijn de interface tussen de signalen die vanuit de hersenen komen (die de omgeving waarnemen) en de biochemische processen die zich als gevolg van deze signalen voltrekken. Verstoring in het cholesterolmetabolisme (mede door medicatie als statines), zorgt bijgevolg voor verstoring van biochemische processen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat statines het risico op acute hart- en vaatziekten met slechts 0,3 procent verminderen, maar wel bij 15-40% voor bijwerkingen zorgen (‘The Ugly Side of Statins’, Sultan en Hynes, 2013).

Cholesterol is dus essentieel voor het opbouwen van cellen, alsook om beschadigde cellen te repareren.

Wanneer er bijvoorbeeld celschade is als gevolg van ontstekingsprocessen, een structureel letsel, stress, … zal er een signaal naar de lever gaan om méér cholesterol te produceren. 

Cholesterol kan echter niet ‘op zichzelf’ bij het doelorgaan geraken. Het wordt altijd gebonden aan een transporteiwit. Wanneer je cholesterol in je bloed gemeten wordt, is dit dus steeds de verbinding tussen het transporteiwit en cholesterol. 

Neem nu dat er celschade opgetreden is in uw schouder als gevolg van een verkeerde beweging. De lever krijgt signaal om wat extra cholesterol aan te maken om de beschadigde cellen te gaan repareren. De gemaakte cholesterol wordt aan het transporteiwit gebonden en zo wordt de cholesterol tot bij de schouder getransporteerd. Dit complex bevat in verhouding veel cholesterol (vet) ten opzichte van (transport)eiwit. Dit wordt ook wel een Low Density Lipoproteïne of LDL genoemd (het ‘slechte’ cholesterol). Bij aankomst bij het beschadigde weefsel wordt de nodige cholesterol afgezet en dan gaat het transporteiwit – met nog een beetje overschot cholesterol – terug naar de lever. Dit complex bevat dan in verhouding veel eiwit en weinig vet, daarom wordt het een High Density Lipoproteïne of HDL genoemd (het ‘goede’ cholesterol). Terug in de lever aangekomen, kan de lever verschillende dingen doen met het overschot aan cholesterol: 

  • Het wordt opnieuw gebruikt.
  • Er worden galzure zouten van gemaakt voor de vetvertering. 
  • Indien er niets mee kan worden gedaan, wordt het met de ontlasting uitgescheiden.

Het feit dat een overschot kan worden uitgescheiden, betekent dat er bij een gezonde cholesterolhuishouding nooit te veel cholesterol in het lichaam kan zijn. Er zijn wel mensen die een genetisch defect hebben waardoor de cholesterolhuishouding niet harmonisch verloopt. Deze mensen hebben wél baat bij het vermijden van cholesterol uit voeding. 

Er bestaat dus niet zoiets als ‘goed’ of ‘slecht’ cholesterol. Een verhoogde LDL-waarde is geen enkel probleem indien de HDL-waarde ook verhoogd is. In plaats van naar de losse waarden te kijken, kijkt men dus best naar de verhouding ‘Totaal cholesterol (HDL + LDL) : HDL’. Deze waarde moet lager zijn dan vijf. 

De verhouding wordt ongunstiger wanneer er meer LDL in het bloed zit. LDL stijgt wanneer de vraag naar cholesterol (reparatie) stijgt door celschade als gevolg van stress, te veel zitten, ontstekingsbevorderende voeding, roken, …

Wanneer onze bloedvaten intact en glad zijn (te vergelijken met de binnenwand van een tuinslang), kan LDL niet voor problemen zorgen. Indien de vaatwand rafelig is, kan LDL blijven plakken en oxideren. Geoxideerd LDL veroorzaakt ontsteking en zorgt voor verdere schade aan de bloedvaten. Dit is een risicofactor voor hart- en vaatziekten, en niet LDL op zich.

Hoe ontstaan rafelige vaatwanden dan? Dit is het gevolg van een verhoogd homocysteïnegehalte. Homocysteïne ontstaat als metaboliet bij een complex mechanisme om verschillende eiwitten te vormen. Wanneer er onvoldoende vitamine B6, B12 en foliumzuur (vitamine B11) aanwezig is, kan homocysteïne niet verwerkt worden, hoopt het zich op en tast de vaatwanden aan. 

Een tweede oorzaak is histamine. Histamine is een stof dat vrijkomt bij stress en het lichaam voorbereidt op verwachte verwondingen of ontstekingen wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan een gevaar of stressfactor. 

Onze hedendaagse stressoren uit de omgeving (voeding, bewegingsarmoede, te veel zitten, roken, milieuvervuiling, …) zorgen voor een verlengde histaminerespons in ons lichaam. Er is een verband tussen histamine en atherosclerose (aderverkalking, waaraan LDL aan kan gaan plakken en oxideren) en dus met hart- en vaatziekten. 

Het mag hopelijk duidelijk zijn dat het vermijden van cholesterolrijke voeding normaliter géén invloed zal hebben op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Wat kunnen we wel doen?

  • Ontstekingen en celschade beperken door een gezonde leefstijl: voldoende bewegen, doorbreken van zittijd, vermijden van bewerkte voeding en omega-6 rijke plantaardige oliën, transvetten uit koekjes, gebak, gefrituurde voeding en dergelijke, beperken van zuivel en rood vlees. Goede voeding is onbewerkt en bevat als basis groenten en fruit, aangevuld met gevogelte, (vette) vis, eieren, noten, pitten en zaden. 
  • Optimaliseren van onze antioxidanten: hiervoor is het intermittent living concept heel goed: door het toedienen van korte onschadelijke prikkels, wordt ons lichaamseigen systeem geprikkeld om zelf antioxidanten aan te maken. Zie blog: https://fit-amine.be/intermittent-living-het-veerkrachtvaccin/ . Ook heel wat kruiden en specerijen bevatten krachtige antioxidanten zoals curcuma, groene thee, … . Polyfenolen uit olijfolie zijn ook sterke antioxidanten. 
  • Homocysteïne geen kans geven om zich op te hopen: eten van zwavelrijke voeding (kolen, broccoli, …) en eventueel vitamine B6, B12 en foliumzuur suppleren (specifiek of onder de vorm van een multivitamine). Hou er rekening mee dat maagzuurremmers en ontstekingsremmers de opname van vitamine B12 remmen, dus mensen die deze medicatie nemen hebben nog meer nood aan netgenoemde vitamines. 
  • Beperk belastende voedingsmiddelen zoals cafeïne, alcohol, medicijnen en toxines uit bewerkte voeding. Deze moeten ook ontgift worden in de lever en slorpen zo onze antioxidanten op. 
  • Stress vermijden is in onze huidige maatschappij onmogelijk, alleen al wat we inademen bezorgt ons lichaam stress. Bij situaties die erg knagen of energie ‘vreten’, is het steeds interessant om hulp te zoeken. Mogelijks komt u tot nieuwe inzichten, andere percepties en opvattingen, waardoor de stressor een minder groot litteken bij u nalaat. 

U kan voor hulp of een persoonlijk plan van aanpak steeds bij mij terecht. 

Marlies

Vergelijkbare artikels