Relatie stress en lichaamsbouw
De manier waarop je omgaat met stress staat in relatie met je lichaamsbouw.
Iedereen kent wel iemand die alles mag eten, zonder daarbij een gram aan te komen. Aan de andere kant zijn er ook mensen die al van alles geprobeerd hebben om af te vallen, maar ze hoeven maar te kijken naar eten en komen al bij.
De tendens om af te vallen of bij te komen door stress, hangt af van een door jouw persoonlijkheid gekozen strategie. We onderscheiden:
- The only good stress fenotype: dit zijn de mensen die goed kunnen omgaan met stress, die geen klachten hebben van aankomen of afvallen door stress, een gezonde eigenwaarde hebben en houden van af en toe een uitdaging.
- De non-habitutators: nerveuze types, die de tendens hebben om heel snel af te vallen. Typisch hierbij zijn dunne armen en benen (weinig onderhuids vet), maar wel een buik(je), waarin veel visceraal vet zit.
- De habituators: personen die heel snel aankomen en moeilijk afvallen, ondanks vele pogingen of diëten. Deze personen gebruiken onderhuids vet als bescherming tegen chronische stress.
Toelichting van de habituators en non-habituators:
Bij acute stresssituaties, zoals een plots gevaar of een bacterie of virus in je lichaam, gebeurt een herverdeling van de energie in je lichaam:
Meer energie (glucose) gaat naar de hersenen, spieren in beweging (om te kunnen vluchten) en vitale organen zoals de lever, het hart en de longen. De glucose kan gemakkelijk opgenomen worden in de cellen van de vernoemde organen door zogenaamde GLUT-1 receptoren. Deze zijn onafhankelijk van voeding. Met andere woorden, bij een plots gevaar moet je niet eerst iets eten vooraleer je kan vluchten.
Vetweefsel en spieren in rust hebben GLUT-4 receptoren. Om energie te krijgen, hebben deze weefsels wél voeding nodig. Na het eten komt een hormoon vrij, namelijk insuline. Dit hormoon zorgt ervoor dat de glucose kan opgenomen worden in je spieren (in rust) en in vetweefsel.
Bij een acute stressprikkel zorgen je hersenen voor het onderdrukken van de insulineproductie. Hierdoor kan er dus geen energie naar spieren in rust en vetweefsel gaan, en is er meer ter beschikking voor onze hersenen en vitale organen, om te kunnen reageren op de stressprikkel.
Mensen die continu veel stress ervaren en zich hier niet goed kunnen aan aanpassen (de non-habituators), trekken constant met hun hersenen en vitale organen aan de energievoorraad. Onderhuids vet krijgt géén energie door de onderdrukking van insuline, wat verklaart waarom deze personen vaak dunne armen en benen hebben. De vitale organen krijgen wél veel energie, waardoor deze mensen gemakkelijk een buikje krijgen. De vetopslag rondom de organen dient hier als energiereserve.
Helaas zorgt vetopslag rond de organen voor veel problemen (vette lever, hart- en vaatziekten en dergelijke). Deze mensen hebben vaak de slechte gewoonte om heel ongezond te eten, omdat ze toch niet bijkomen. Deze mensen zien er vaak dun uit aan de buitenkant, maar hun vervette organen kunnen voor problemen zorgen.
Dan is er het andere type, de habituators of letterlijk de aanpassers. Deze mensen hebben een strategie ontwikkeld waarbij ze op een andere manier omgaan met stress. Er treedt gewenning op, waardoor de reactie bij een terugkerende stressprikkel minder sterk is.
Bijgevolg is er ook geen onderdrukking van insuline vanuit de hersenen, waardoor het moeilijker wordt voor de hersenen en vitale organen om aan de energie te trekken.
Bij acute stressprikkels is dit geen probleem, maar wel bij chronische stress (door werk, gezin, sociaal, psychisch, emotioneel, seksueel, gepest worden, lage eigenwaarde, fysiek, …)
Onderhuids vetweefsel loopt hier gemakkelijk weg met de energie uit voeding en de hersenen en vitale organen geven constant een alarmsignaal dat er een energietekort is. Deze mensen hebben de neiging om méér te eten, krijgen zin in snelle suikers en slaan heel gemakkelijk onderhuids vet op. Dit levert een voordeel op: je bent beschermd tegen de chronische stress, want zolang er energie opgeslagen ligt, kan er ook altijd in uiterste nood vet afgebroken worden om aan energie te geraken.
In een maatschappij waar bij velen chronische stress aanwezig is – waar we al dan niet bewust van zijn –, is dit uiteraard een probleem. Voeding is ook altijd aanwezig, en zelf al eten we gezond of weinig, je lichaam zal toch altijd zijn best doen om alle vet op te slaan in de vorm van onderhuids vet, om zichzelf te beschermen.
Deze personen hebben het moeilijk om af te vallen, maar bij bloedonderzoek is vaak de conclusie dat alle waarden perfect in orde zijn. Ook al zien deze personen er wat corpulenter uit, zijn ze vaak gezonder dan de non-habituators.
Non-habituatoren met een ongezond eetpatroon denken hier beter eens goed over na, want een aanpassing van hun voeding kan hen heel wat extra levensjaren opleveren.
Habituatoren moeten eerst goed begrijpen dat hun lichaam zijn uiterste best doet om je te beschermen tegen een bepaalde chronische stressprikkel. Het is belangrijk te achterhalen wat aan de basis ligt van de chronische stress en eventueel een manier te zoeken om hiermee om te gaan. Op die manier kunnen je hersenen stilaan terug toestemming geven om die ‘beschermwand’ af te bouwen.
Indien u een afspraak wenst voor een persoonlijke aanpak, kan u dit inplannen via www.osteopaatevergem.be (Sleidinge, op dinsdagavond) of in Ertvelde, hiervoor neemt u best telefonisch contact op via het nummer 09 344 30 87.
Marlies